Al decennialang speelt in deze regio de leefbaarheid- en bereikbaarheidsproblematiek vanwege de grote toename van het aantal (vracht)auto’s dat dagelijks door het gebied rijdt. In 2009 werd de N69 door het Rijk overgedragen aan de provincie. Dat heeft de weg vrijgemaakt voor een nieuwe aanpak.
Direct na de overdracht van de N69 in 2009, werkten de provincie samen met de gemeenten Eindhoven, Waalre, Valkenswaard, Bergeijk, Eersel, Veldhoven en Heeze-Leende en het Samenwerkingsverband Regio Eindhoven via een brede belangen benadering aan een aanpak om de leef- en bereikbaarheidsproblemen aan te pakken. De brede belangenbenadering is een werkwijze van de commissie Elverding. Deze commissie concludeert o.a. dat de doorlooptijd van infrastructurele werken van gemiddeld 14 jaar teruggebracht kan worden tot circa 7 jaar door eerst met alle belanghebbenden tot een regionaal gedragen voorkeur te komen. Er is gezocht naar de gemeenschappelijke meerwaarde voor alle belanghebbenden en is de Zevensprong van Verdaas toegepast waardoor bij het zoeken naar oplossingen in een specifieke volgorde van mogelijkheden wordt gezocht:
Deze werkwijze wordt vooral toegepast bij complexe, maatschappelijke, gebiedsgerichte vraagstukken. De beoogde nieuwe verbinding is na de keuze van het voorkeursalternatief in 2011 vastgelegd in de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening deel E: Grenscorridor N69. Daarbij is een zoekzone opgenomen waar een nieuwe verbinding aangelegd zou kunnen worden. Er is veel onderzoek verricht naar hoe de nieuwe weg het beste zou kunnen lopen. De plan m.e.r. werd opgesteld waar de te onderzoeken alternatieven en milieueffecten in stonden beschreven.
Na 3 jaar intensief overleg tussen 25 samenwerkende partijen en de wettelijke procedures doorlopen te zijn, zijn in juni 2012 afspraken beschreven in een gebiedsakkoord, dat drie onderdelen bevat:
Vervolgens is een Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) opgesteld dat globaal een beschrijving gaf voor de milieueffecten rapportage. Hierbij werd aangegeven op welke manier en tot welk detailniveau de milieueffecten van dit onderwerp zullen worden beschouwd. Het m.e.r.-onderzoek leidde uiteindelijk tot een door de regio gedragen voorkeurstracé en werd vervolgens in detail uitgewerkt in een ontwerp-Provinciaal Inpassingsplan (PIP). Met een inpassingsplan (dit is in feite een bestemmingsplan dat meerdere gemeenten bestrijkt) kan de provincie belangrijke projecten uitvoeren op het gebied van ruimtelijke ordening. Na inspraakmogelijkheden stelden Provinciale Staten het plan eind oktober 2014 vast.
De provincie heeft met 25 (later zelfs 27) partners samengewerkt om te komen tot een totaaloplossing. De partners waren allereerst de direct betrokken gemeenten en de Vlaamse overheid. Ook belangenorganisaties op het gebied van natuurbeheer, recreatie, landbouw en economie maakten deel uit van de samenwerking. Zij zijn in een vroeg stadium, voor het maken van een tracévoorstel voor de nieuwe weg, betrokken geweest bij planvorming. Een nieuwe aanpak, ook wel de Brede Belangen Benadering, heeft zijn vruchten afgeworpen.
Enkele partners bij de ondertekening van het Gebiedsakkoord in juni 2012.
Voorheen werden belangengroepen pas gehoord nadat een tracévoorstel was uitgewerkt. In dit project zijn de 25 partijen uit alle lagen van bestuur, bedrijfsleven, maatschappelijke en milieuorganisaties vooraf bij het plan betrokken. Via deze zogenaamde Brede Belangen Benadering (BBB) is een totaaloplossing voor het hele gebied tot stand gekomen. Waarbij niet alleen gekeken wordt naar verkeer en infrastructuur, maar ook naar landbouw, natuur, water, landschap en recreatie. De betrokkenen zijn samen op zoek gegaan naar oplossingen waarbij aan zo veel mogelijk belangen tegemoet is gekomen. Er is gezocht naar consensus in plaats van naar compromissen. Doel was om zo veel mogelijk partijen achter het resultaat (plan) te hebben staan. Het Gebiedsakkoord beschrijft een voorkeursalternatief voor een nieuw aan te leggen weg en geeft aan hoe de partners dit gaan realiseren.
Harry Suilen van Natuurmonumenten is vanaf de eerste dag betrokken bij de Grenscorridor N69 en is enthousiast over de manier waarop de provincie dit complexe probleem heeft aangepakt. Lees hierover meer in dit interview.
De samenwerkingspartners hebben de afgelopen jaren op verschillende momenten aangegeven wat hun belangen zijn. Dit is gebundeld in een belangendossier en heeft als hulpmiddel gediend voor de Bestuurlijke Werkgroep Nieuwe Verbinding bij de advisering over het Voorkeursalternatief aan de Stuurgroep N69. Een dergelijk belangendossier past bij het specifieke proces van de Brede Belangen Benadering dat gevolgd is in deze gebiedsopgave.